Deze handleiding is bedoeld voor iedereen met weinig tot geen ervaring met Google sheets. Hoewel mijn blog zich eigenlijk alleen richt op Excel, krijg ik af en toe vragen over Google Sheets. Daarom heb ik besloten om ook een artikel te maken voor de degenen die willen leren hoe ze met dit programma kunnen werken.
Beide zijn spreadsheetprogramma’s, en er zijn dan ook veel overeenkomsten met Excel. Het is iets toegankelijker, omdat het volledig gratis te gebruiken is en minder complex oogt voor beginners.
Zelf gebruik ik Google Sheets ook dagelijks naast Excel, voornamelijk voor eenvoudige taken. Het is namelijk makkelijk om mee samen te werken en heeft goede apps voor op je mobiel of tablet.
Voor meer complexere taken op mijn desktop gebruik ik zelf wel Excel, maar afhankelijk van jouw werkzaamheden kun je ook prima genoeg hebben alleen Google Sheets.
In deze handleiding worden de basisfunctionaliteiten van Google Sheets toegelicht, zodat je snel aan de slag kunt met het maken en bewerken van spreadsheets.
Inhoudsopgave
Google Sheets vergeleken met Excel
1. Google Sheets vergeleken met Excel
Zoals je in de inleiding al kon lezen, schrijf ik normaal gesproken over Excel. Toch zijn er veel overeenkomsten met Google Sheets, omdat beide spreadsheetprogramma’s zijn waarmee je gegevens kunt beheren, analyseren en berekeningen kunt uitvoeren.
Ze bieden allebei functies zoals formules, grafieken, en opmaakopties. Toch zijn er ook duidelijke verschillen die handig zijn om te weten, vooral als je moet kiezen welk programma het beste bij jouw werkzaamheden past.
Wat is Google Sheets?
Google Sheets is een online spreadsheetprogramma dat wordt aangeboden door Google. Het is gratis te gebruiken en je hebt alleen een Google-account nodig om er gebruik van te kunnen maken.
Een van de grootste voordelen van Google Sheets is dat het volledig in de cloud (online) werkt, waardoor je altijd en overal toegang hebt tot je bestanden, zolang je een internetverbinding hebt.
Daarnaast is Google Sheets erg handig voor het samenwerken in real-time. Het is mogelijk om met meerdere mensen tegelijkertijd aan hetzelfde document te werken en je kunt eenvoudig bestanden delen met collega’s of vrienden.
Wat is Excel?
Excel, aan de andere kant, is een spreadsheetprogramma dat deel uitmaakt van het Microsoft Office-pakket. In tegenstelling tot Google Sheets moet je voor Excel betalen. Je kunt ervoor kiezen om het programma eenmalig te kopen of een abonnement af te sluiten op Microsoft 365, waarbij je jaarlijks betaalt om er gebruik van te kunnen maken.
Een groot voordeel van Excel is dat het op je computer geïnstalleerd wordt, waardoor je er ook altijd offline mee kunt werken. Daarnaast heeft Excel meer uitgebreide functies, vooral als het gaat om geavanceerde dataverwerking en analyses.
Het is ook belangrijk om te weten dat Excel eigenlijk de standaard is voor kantoor gebruik. Als je samenwerkt met collega’s die ook Excel gebruiken, kan het handiger zijn om ook hiermee te werken om compatibiliteitsproblemen te vermijden.
Er is ook een gratis webversie van Excel beschikbaar. Hiervoor heb je een Outlook-account nodig en het biedt niet alle functies van de desktopversie. Voor eenvoudige werkzaamheden kan dit wel voldoende zijn, maar hiervoor geldt net zoals bij Google Sheets, dat je in de Cloud werkt en het dus niet kan installeren op je computer.
De belangrijkste overeenkomsten
Google Sheets en Excel lijken in veel opzichten op elkaar, vooral als je kijkt naar de basisfunctionaliteiten. Dit zijn enkele van de belangrijkste overeenkomsten:
- Structuur. Beide programma’s werken met een raster van cellen dat bestaat uit rijen en kolommen. Je kunt gegevens invoeren, opmaken, en formules gebruiken om berekeningen uit te voeren.
- Formules en functies. Zowel Excel als Google Sheets bieden een grote hoeveelheid aan formules en functies waarmee je berekeningen kunt maken.
- Grafieken en diagrammen. In beide programma’s kun je eenvoudig grafieken en diagrammen maken om je gegevens visueel weer te geven.
- Opmaakopties. Je kunt gegevens opmaken door bijvoorbeeld tekst vet of cursief te maken, cel achtergronden een kleur te geven, en randen toe te voegen aan cellen.
- Sorteren en filteren. Beide programma’s bieden de mogelijkheid om gegevens te sorteren en te filteren, zodat je snel kunt werken met grote hoeveelheden data.
De belangrijkste verschillen
Hoewel er veel overeenkomsten zijn, zijn er ook enkele belangrijke verschillen die je kunnen helpen kiezen welk programma het beste bij je past:
- Prijs. Google Sheets is gratis te gebruiken met een Google-account, terwijl Excel een betaalde software is, tenzij je de beperkte webversie gebruikt.
- Toegankelijkheid. Google Sheets werkt volledig in de cloud, waardoor je overal toegang hebt tot je bestanden en gemakkelijk kunt samenwerken. Excel werkt ook in de cloud, maar de desktopversie vereist installatie en is meer gericht op offline gebruik.
- Geavanceerde functionaliteiten. Excel biedt meer geavanceerde functies dan Google Sheets, vooral op het gebied van dataverwerking, macro’s, en analysehulpmiddelen zoals geavanceerde draaitabellen.
- Samenwerken. Google Sheets is erg handig op het gebied van samenwerking in real-time. Hoewel Excel ook samenwerkingsopties heeft, is het in Google Sheets makkelijker om direct samen aan één bestand te werken zonder conflicten.
- Compatibiliteit. Excel is vaak de standaard in kantoren en bedrijven. Als je werkt met grote teams die Excel gebruiken, kan het beter zijn om ook Excel te gebruiken om compatibiliteitsproblemen te voorkomen.
2. Beginnen met Google Sheets
Om Google Sheets te kunnen gebruiken, heb je een Google-account nodig. De kans is groot dat je al een Google-account hebt, omdat je dit waarschijnlijk al gebruikt om in te loggen op YouTube of om e-mails te versturen via Gmail.
Heb je er toch nog geen? Geen zorgen, een Google-account is gratis en eenvoudig aan te maken. Ga naar accounts.google.com, klik op ‘account aanmaken‘ en volg de stappen. Vervolgens ben je binnen een paar minuten klaar om Google Sheets te gebruiken.
Een nieuw spreadsheet openen
Er zijn verschillende manieren om een nieuw Google Spreadsheet te openen. Hieronder volgen de meest voor de hand liggende opties:
- Rechtstreeks naar Google Sheets gaan. Ga naar docs.google.com/spreadsheets en je kunt meteen een nieuw spreadsheet aanmaken of een bestaand document openen.
- Via Google Drive. Open Google Drive en klik links bovenin op “Nieuw“. Selecteer vervolgens “Google Spreadsheets” in het dropdown menu om een nieuw document te starten.
- Vanuit Gmail. Als je Gmail gebruikt, kun je rechts bovenin naast je profielfoto (of het rondje met je initiaal) een vierkantje zien dat bestaat uit 9 stippen. Dit is het Google Apps-menu. Klik hierop, scroll naar beneden en selecteer “Sheets” om een nieuw spreadsheet te openen.

Er zijn ongetwijfeld nog meer manieren, maar dit zijn de meest gebruikte opties.
Bij het aanmaken van een nieuw spreadsheet kun je kiezen tussen een “Lege sheet” of een “Template”. Een template is een vooraf opgemaakt document voor een specifiek doel, zoals een budgetplanner of een kalender.
Voor nu kiezen we voor een “leeg spreadsheet“, omdat dit meestal het handigst is. Kies gerust een van de bovenstaande manieren om aan de slag te gaan.
Wanneer je op een nieuw leeg spreadsheet hebt geklikt, opent Google Sheets het document in een nieuw tabblad van je browser. Het document krijgt automatisch de naam ‘Naamloze spreadsheet‘, maar door op deze naam bovenaan het scherm te klikken, kun je het eenvoudig een nieuwe naam geven.

Dit is handig, omdat je zo je document makkelijker kunt terugvinden in je Google Drive. Google Sheets slaat je spreadsheet hier automatisch op terwijl je werkt, dus je hoeft je geen zorgen te maken over handmatig opslaan.
De interface van Google Sheets leren kennen
De bovenste menubalk in Google Sheets bevat verschillende handige functies. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste onderdelen.

- Google Sheets Icoon. Links bovenin de hoek zie je een groen Google Sheets icoon. Door hierop te klikken ga je terug naar de startpagina van Google Sheets. Hier vind je een overzicht van al je opgeslagen spreadsheets.
- De Titel. Dit is het veld waar de naam van je spreadsheet staat. Je kunt hier de naam aanpassen zodat je je document gemakkelijk kunt terugvinden in Google Drive.
- Documentstatus. Rechts van de titel zie je een melding met de status van je document. Hier staat bijvoorbeeld “Alle wijzigingen opgeslagen in Drive”, zodat je weet dat je werk automatisch is opgeslagen in de cloud.
- Laatste bewerking. Naast de documentstatus vind je een optie die je laat zien wanneer de laatste bewerking in het document is gemaakt. Dit is vooral handig als je met anderen samenwerkt en wilt bijhouden wat er recent is veranderd.
- Reacties tonen. De knop met het tekstballonnetje laat je alle reacties zien die in het document zijn geplaatst. Je kunt hier opmerkingen lezen en zelf reacties toevoegen.
- Presenteer dit tabblad in een gesprek. Hiermee kun je het huidige tabblad presenteren in een Google Meet-gesprek.
- Delen. De blauwe “Delen”-knop is een belangrijke functie van Google Sheets. Hiermee kun je je spreadsheet delen met anderen. Je kunt bepalen wie het document mag bekijken, bewerken of alleen mag lezen.
- Je Google Account. Helemaal rechts in de menubalk zie je een rondje met je initialen of profielfoto. Dit is je Google-account. Hier kun je instellingen van je account aanpassen of van account wisselen.
Onder de bovenste menubalk vind je de belangrijkste menu-opties van Google Sheets. Deze menu’s bevatten verschillende knoppen en functies die je kunt gebruiken om je spreadsheet te bewerken en te beheren. De opties zijn als volgt:

- Bestand. Hier vind je opties om je document op te slaan, te downloaden, te printen of een nieuw spreadsheet te maken.
- Bewerken. Met deze tab kun je acties zoals kopiëren, plakken, ongedaan maken en opnieuw uitvoeren.
- Bekijken. Hier kun je de weergave van je spreadsheet aanpassen, bijvoorbeeld door rasterlijnen en formules in- of uit te schakelen.
- Invoegen. Hiermee kun je verschillende elementen toevoegen, zoals rijen, kolommen, grafieken en afbeeldingen.
- Opmaak. Dit menu bevat opties om je spreadsheet op te maken, zoals het aanpassen van lettertypes, kleuren en cel opmaak.
- Gegevens. Hier kun je opties vinden om gegevens te sorteren en te filteren.
- Extra. Dit tabblad bevat functies zoals spellingcontrole en scripts.
- Uitbreidingen. Hiermee kun je extra functionaliteiten toevoegen aan Google Sheets door middel van add-ons.
- Help. Hier kun je snel toegang krijgen tot de helpfunctie van Google Sheets voor ondersteuning of tips.
Offline werken in Google Sheets
Hoewel Google Sheets voornamelijk werkt in de cloud, is het ook mogelijk om je spreadsheets offline te bewerken. Dit kan handig zijn als je even geen internetverbinding hebt, maar toch verder wilt werken aan je documenten.
Om dit in te schakelen, moet je de Google Drive-app gebruiken en de offline toegang instellen.
- Open Google Drive en klik rechtsboven op het tandwielicoon voor Instellingen.
- Schakel de optie Offline in. Hiermee kun je Google Sheets, Google Docs, en Google Slides offline bewerken.
- Nadat je offline werken hebt ingesteld, kun je elk spreadsheet openen en bewerken zonder internet. Zodra je weer verbinding hebt, worden je wijzigingen automatisch gesynchroniseerd met de cloud.
Let op dat je offline toegang moet inschakelen voordat je de verbinding met het internet verliest.

3. Werken in Google Sheets
In Google Sheets werk je in een werkblad. Een werkblad is een enkel tabblad binnen je bestand. Je kunt meerdere werkbladen in één Google Sheets-bestand hebben.
Deze werkbladen worden weergegeven onderaan het scherm. Je kunt eenvoudig schakelen tussen verschillende werkbladen door op de tabbladen te klikken.

Wat is een cel, rij en kolom?
Een werkblad bestaat uit een cellen, die georganiseerd zijn in een raster van rijen en kolommen.
- Een kolom is een verticale reeks cellen en wordt aangeduid met letters (A, B, C, etc.).
- Een rij is een horizontale reeks cellen en wordt aangeduid met cijfers (1, 2, 3, etc.).
- Een cel is de kruising tussen een rij en een kolom. Elke cel heeft een uniek ‘cel adres’, zoals B2 (de cel in kolom B, rij 2). Dit gebruik je dus ook om naar individuele cellen te verwijzen.
Wanneer je op een cel klikt, wordt dit de actieve cel. De actieve cel heeft een lichtblauwe omlijning, zodat je duidelijk kunt zien waar je aan het werk bent.
Linksboven het werkblad bevindt zich het ‘celvak’. Hier kun je ook zien welke cel geselecteerd is. In onderstaand voorbeeld is dat bijvoorbeeld C3:

Om iets in een cel in te voegen, klik je simpelweg op de cel waarin je wilt werken en typ je de gewenste gegevens.
De meest voorkomende gegevens die je in een cel kunt invoeren zijn: tekst, getallen, formules, datums, hyperlinks en afbeeldingen.
Inhoud kopiëren en plakken
In Google Sheets kun je eenvoudig inhoud van cellen kopiëren en plakken. Dit werkt vergelijkbaar als met andere programma’s:
- Kopiëren: Selecteer de cel(len) die je wilt kopiëren, en gebruik de sneltoets Ctrl+C (Windows) of Cmd+C (Mac). Je kunt ook met de rechtermuisknop op de selectie klikken en “Kopiëren” kiezen.
- Plakken: Selecteer de cel waar je de gekopieerde inhoud wilt plakken, en gebruik Ctrl+V (Windows) of Cmd+V (Mac). Rechtermuisklikken en “Plakken” kiezen is wederom ook een optie.
Je kunt ook specifieke elementen van een cel kopiëren, zoals alleen de opmaak of alleen de waarde. Hiervoor gebruik je Speciaal plakken. Dit kun je vinden via Bewerken > Speciaal plakken.

De vulgreep
De vulgreep is een handige functie waarmee je snel waarden of formules kunt doorvoeren naar aangrenzende cellen.
Om hier gebruik van te maken selecteer je een of meerdere cel(len). Onderaan rechts in de geselecteerde cel(len) zie je een klein blauw rondje, dit is de vulgreep.
Klik en houd de vulgreep vast, en sleep deze naar beneden of opzij om de inhoud te herhalen of door te voeren.

Dit werkt ook met automatische reeksen. Stel je hebt een aantal opeenvolgende getallen (zoals 1 en 2) en je selecteert beide, dan zal Google Sheets dit herkennen als een reeks en bij het gebruik van de vulgreep automatisch verder gaan met de reeks:

Dit werkt bijvoorbeeld ook goed met datums. Als Google Sheets een reeks kan herkennen, dan kun je deze snel afmaken door de vulgreep te gebruiken.
Werken met rijen en kolommen
In Google Sheets kun je rijen en kolommen eenvoudig aanpassen. Hieronder vind je een uitleg van de meest gebruikte functies:
Breedte en hoogte aanpassen
Soms wil je de breedte van een kolom of de hoogte van een rij aanpassen, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat de inhoud goed zichtbaar is. Je kunt dit handmatig doen met een van de onderstaande manieren:
- Beweeg je muis naar de rand van de kolom- of rijkop (de letters bovenaan of de cijfers aan de zijkant). Klik en sleep om de breedte of hoogte aan te passen.
- Selecteer een rij of kolom en klik op je rechtermuisknop. Er opent zich vervolgens een dropdown-menu met de optie om het formaat van de rij/kolom aan te passen. Dit kun je ook doen door meerdere rijen en kolommen te selecteren.

Het is ook mogelijk om Google Sheets dit automatisch te laten doen:
- Dubbelklik op de rand van een kolom of rij om de breedte of hoogte automatisch aan te passen aan de inhoud van de cel(len).
Rijen en kolommen invoegen, verwijderen en verplaatsen
- Wil je een nieuwe rij of kolom toevoegen? Klik met de rechtermuisknop op het nummer van een rij of de letter van een kolom. Hetzelfde dropdown-menu als net bij het formaat aanpassen wordt geopend, maar kies nu “Rij boven invoegen” of “Kolom links invoegen” (of respectievelijk onder/rechts). Dit kun je ook doen door een rij of kolom te selecteren en in het menu te gaan naar bijvoorbeeld Invoegen > rijen > 1 rij boven invoegen.
- Op dezelfde manier kun je een rij of kolom verwijderen door met de rechtermuisknop op het nummer of de letter te klikken en “Rij verwijderen” of “Kolom verwijderen” te kiezen.
- Je kunt rijen of kolommen verplaatsen door ze te selecteren en vervolgens te slepen naar de gewenste locatie. Selecteer de rij of kolom door op de kop (nummer of letter) te klikken, houd de muisknop ingedrukt, en sleep de selectie.
Rijen en kolommen vastzetten
Soms wil je dat bepaalde rijen of kolommen altijd zichtbaar blijven, ook als je naar beneden of naar rechts scrolt. Dit heet vastzetten. In de praktijk wordt vaak de bovenste rij vastgezet om de koptekst zichtbaar te houden als je in een werkblad werkt met veel data.
- Ga naar Bekijken > Vastzetten en kies het aantal rijen of kolommen dat je wilt vastzetten.

Rijen en kolommen filteren of sorteren
Wanneer je werkt met grotere hoeveelheden data, kan het handig zijn om deze te sorteren of te filteren.
Sorteren
- Sorteren op kolom: Klik op de letter van de kolom die je wilt sorteren. Ga vervolgens naar Gegevens > Blad Sorteren op A-Z (oplopend) of Sorteren op Z-A (aflopend). Hierdoor worden de gegevens in de geselecteerde kolom gesorteerd, waarbij de andere rijen met de data mee bewegen.
- Als je meerdere kolommen wilt sorteren, selecteer je eerst je gegevensbereik, en daarna ga je naar Gegevens > Bereik sorteren > geavanceerde sorteeropties voor bereik. Je kunt vervolgens instellen op welke kolommen je wilt sorteren en in welke volgorde van kolommen.

Filteren
Om snel bepaalde gegevens te tonen of te verbergen, kun je een filter toevoegen.
Selecteer je gegevens, ga naar Gegevens > een filter maken of klik op het filtersymbool in de werkbalk. Er verschijnen vervolgens een ‘filter icoontje’ in de kolomkoppen.

Klik op het icoontje in een kolomkop en selecteer welke waarden je wilt tonen of verbergen. Je kunt ook filteren op basis van tekst, getallen of andere voorwaarden, zoals “groter dan” of “kleiner dan”.
4. Opmaak in Google Sheets
Door je gegevens op te maken kun je ervoor zorgen dat je werkblad er overzichtelijk en professioneel uitziet. Hieronder volgen enkele van de meest gebruikte manieren om dit te doen.
Tekst opmaken
Je kunt tekst in Google Sheets op dezelfde manier opmaken als in andere tekstverwerkingsprogramma’s:
- Lettertype
- Lettergrootte
- Kleur
- Vetgedrukt, cursief of onderstreept
- Tekst uitlijnen
Al deze opmaakopties vind je in de werkbalk boven je werkblad.
Selecteer de cellen of tekst die je wilt opmaken, en gebruik de opmaakopties naar wens.

Het aanpassen van het lettertype kan een grote impact hebben op de uitstraling van je spreadsheet. Door een ander lettertype te kiezen dan het standaard lettertype, geef je je werkblad direct een andere indruk.
Ook kun je visuele hiërarchie creëren door bepaalde tekst vetgedrukt te maken. Dit helpt de lezer om snel de belangrijkste informatie te vinden en zorgt voor een betere leesbaarheid. Kleuren kunnen hierbij ook helpen om belangrijke gegevens te markeren.
Hoewel opmaak een groot verschil kan maken, is het belangrijk om subtiel te blijven. Overdrijf niet met te veel verschillende lettertypes of felle kleuren, omdat het uiteindelijk immers wel een spreadsheet blijft. Eenvoudige, subtiele aanpassingen werken vaak het beste.
Cellen een kleur en/of omlijning geven
Om gegevens beter te onderscheiden, kun je cellen een achtergrondkleur of omlijning geven:
- Kleur: Selecteer de cellen die je wilt markeren, klik op het ‘verfemmer icoon’ in de werkbalk, en kies een kleur.
- Omlijning: Gebruik het ‘rand icoon’ in de werkbalk om cellen een omlijning te geven. Je kunt kiezen voor verschillende soorten lijnen en kleuren.

Verschillende celnotaties
Google Sheets herkent automatisch het type inhoud dat je invoert en past daar een celnotatie op toe, maar je kunt deze zelf ook aanpassen:
- Getal: Voor normale numerieke gegevens.
- Tekst: Voor tekstuele gegevens, zoals namen of adressen.
- Bedrag: Voor financiële gegevens, inclusief valuta.
- Percentage: Voor het weergeven van percentages.
- Datum: Google Sheets herkent veel datumnotaties, maar je kunt de weergave zelf aanpassen.
Je kunt de celnotatie veranderen door de gewenste cellen te selecteren en naar Opmaak > Getal te gaan.
Hier kun je kiezen uit een lijst met verschillende notatietypen:

Voorbeeld
Opmaak kan een groot verschil maken in hoe een tabel eruitziet en hoe de informatie wordt gepresenteerd.
Om dat te laten zien, laat ik hieronder een voorbeeld zien van dezelfde tabel, maar dan op twee verschillende manieren. Links zonder enige opmaak en rechts met enkele eenvoudige opmaakbewerkingen zoals besproken in dit hoofdstuk. Zo kun je zelf zien hoe je met kleine aanpassingen een professionele en overzichtelijke indruk kunt creëren.

Dit is natuurlijk slechts een voorbeeld. Je kunt je eigen stijl toepassen, maar dit is hoe ik het zelf vaak doe.
5. Eenvoudige formules
In een spreadsheetprogramma kun je met behulp van formules berekeningen uitvoeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan optellen en aftrekken, maar ook meer complexere berekeningen.
Het onder de knie krijgen van formules is een krachtig hulpmiddel dat je veel tijd en moeite kan besparen.
In deze handleiding houden we het echter eenvoudig, omdat het gericht is op beginners. Zodra je de basis onder de knie hebt, kun je eventueel een stap verder gaan en meer geavanceerde formules leren gebruiken.
Een formule maken
Formules beginnen altijd met een =
teken, zodat Google Sheets weet dat je een berekening wilt uitvoeren in plaats van gewone tekst of cijfers invoert.
Wil je bijvoorbeeld de getallen 158 en 286 bij elkaar optellen, dan typ je =158+286
in de cel en druk je op Enter.
De berekening wordt vervolgens uitgevoerd en het resultaat wordt in de cel getoond.

Als je het fijner vindt, bijvoorbeeld met lange formules, kun je ook in de formulebalk typen, nadat je de cel hebt geselecteerd.
Dit is de balk boven het werkblad, naast het ‘fx teken‘. Dit is ook de plek waar je de formule ziet, terwijl in de cel resultaat wordt getoond.
Dit werkt hetzelfde voor andere simpele berekeningen met wiskundige symbolen:
- Aftrekken:
=158-86
- Vermenigvuldigen:
=15*6
- Delen:
=300/5
Celverwijzingen
In plaats van vaste getallen te gebruiken, kun je ook celverwijzingen gebruiken in formules.
Dit betekent dat je de inhoud van andere cellen gebruikt in je berekeningen. Als je bijvoorbeeld de waarden van cel A1 en B1 wilt optellen, typ je =A1+B1
en druk je op Enter.
Het voordeel hiervan is dat het resultaat automatisch wordt bijgewerkt als de inhoud van cel A1 of B1 verandert.

In plaats van de celadressen (zoals A1 en B1) handmatig in te typen, kun je er ook voor kiezen om op de cellen te klikken.
Typ bijvoorbeeld eerst =
, klik dan met je muis op cel A1, typ daarna het +
teken, klik op cel B1, en druk vervolgens op Enter.
Werken met functies
Functies zijn vooraf gedefinieerde formules die je helpen om complexe berekeningen sneller en makkelijker uit te voeren. In plaats van zelf een lange formule te typen, kun je met één enkele functie bijvoorbeeld een reeks getallen optellen of een gemiddelde berekenen.
Bij functies horen vaak argumenten. Dit zijn de gegevens die je invoert voor de functie om mee te werken. Deze argumenten staan tussen haakjes na de functienaam.
Als je liever werkt met functienamen in het Engels of Nederlands, kun je dat instellen via Bestand > Instellingen. Hier kun je kiezen of de functienamen in het Engels of Nederlands moeten worden weergegeven.

Een functie die je waarschijnlijk veel zult gebruiken is de SOM-functie.
Stel je hebt in de cellen A1, A2, A3, A4, A5, A6, A7, A8 en A9 getallen staan die je bij elkaar op wilt tellen.
De manier die is eerst is uitgelegd werkt prima met 2 cellen (A1+B1), maar in dit voorbeeld wordt de formule dan al =A1+A2+A3+A4+A5+A6+A7+A8+A9
En dit zijn nog maar 9 cellen.
Wanneer je met grote hoeveelheid data werkt wordt dit al gauw onwerkbaar en neemt de kans op foutjes toe.
In zulke situaties kun je beter werken met functies, in dit geval de SOM-functie en celbereiken.
Een celbereik is een groep van meerdere cellen.
In het voorbeeld =SOM(A1:A9)
is A1:A9 het celbereik, wat betekent dat alle waarden van A1 tot en met A9 worden opgeteld.

Je kunt ervoor kiezen om zelf het celbereik te typen. In dat geval begin je met de eerste cel (in dit geval A1), typ je een :
(dubbele punt) en daarna de laatste cel van het bereik (in dit geval A9).
Een andere optie is om het celbereik te selecteren door er met je muis over te bewegen, nadat je de functienaam hebt getypt. In dit voorbeeld =SOM(
Als een functie meerdere argumenten heeft, dan worden deze van elkaar onderscheiden met een ;
(puntkomma).
De formule =SOM(A1:A9;C9:C14;G2:J2)
telt bijvoorbeeld de volgende bereiken bij elkaar op:
- A1:A9, dus de cellen A1 tot en met A9
- C9:C14, dus de cellen C9 tot en met C14
- G2:J2, dus de cellen G2 tot en met J2

Iedere functie heeft zijn eigen functionaliteit.
De SOM-functie telt een reeks getallen bij elkaar op, de GEMIDDELDE-functie berekent het gemiddelde van een reeks getallen en de GEMIDDELDE.ALS-functie berekent het gemiddelde van een reeks getallen die aan een bepaalde voorwaarde voldoen.
Alle functies in deze handleiding behandelen is niet mogelijk, omdat het dan veel te lang en complex wordt. Maar je kunt alle beschikbare functies zelf ontdekken door naar invoegen > functie te gaan in het menu.

Nawoord
Hopelijk heb je na het lezen van deze handleiding een goed beeld gekregen van hoe Google Sheets werkt en ben je nu in staat om een begin te maken met je eigen spreadsheets.
Hoewel ik meer ervaring heb met Excel, en dus niet alles weet van Google Sheets, kun je hier wel vragen over stellen en dan zal ik natuurlijk mijn best doen om je zo goed mogelijk te helpen.
Wellicht dat ik in de toekomst een uitgebreide beginnerscursus voor Google Sheets kan maken, vergelijkbaar met mijn Excel cursus. Een cursus kan namelijk meer diepgang bieden, met extra oefeningen en voorbeelden om je effectiever en sneller nieuwe vaardigheden te leren. Mocht je daar interesse in hebben, dan kun je dat gerust laten weten.
Ik weet nog niet zeker of ik dit in de toekomst ga maken, maar mocht dit het geval zijn dan zal dit echt alleen voor beginners zijn. Ik gebruik Google Sheets namelijk zelf alleen voor eenvoudige taken, waardoor ik onvoldoende ervaring heb met de meer geavanceerde mogelijkheden die het ongetwijfeld wel heeft.
Ik wens je in ieder geval veel succes met het werken in Google Sheets. Eventuele vragen kun je hieronder stellen.
Dankjewel voor deze introductie! Ik heb er wat aan gehad als beginner in google spreadsheets!
Graag gedaan Nele, fijn om te horen dat je er wat aan hebt gehad. Veel succes met het werken in Google Sheets.