De functie MODUS berekent de waarde die het vaakst voor komt in een bepaalde reeks.
Schrijfwijze formule
=MODUS(getal1;getal2;…)
Argumenten
getal1 | In dit argument geef je aan van welke reeks je de modus wilt berekenen. Dit kan een getal of een celverwijzing zijn (in dat geval heb je meerdere argumenten nodig aangezien je niet de modus kan berekenen van 1 getal. Als je gebruik maakt van een celbereik of een matrix kan 1 argument voldoende zijn. |
Voorbeeld

In dit voorbeeld komt in het gekozen celbereik het getal 10 het vaakst voor. Dit is dus de modus.
Het kan echter ook voorkomen dat in een bepaald celbereik geen waarde is die vaker voorkomt dan de rest.

In dat geval is er dus geen modus en krijg je een foutmelding te zien.
Wil je meer leren over het werken met formules en functies?
Ik heb een online cursus gemaakt waarin je stap-voor-stap leert hoe formules werken. In deze cursus leer je onder andere 75 veel gebruikte functies. In sommige scenario’s kun je een berekening niet doen met een enkele functie, daarom leer je ook hoe je verschillende functies kunt combineren.