Stel je hebt een lange lijst met gegevens in Excel en je wilt weten hoe vaak bepaalde waarden voorkomen. In dit artikel leer je twee eenvoudige manieren hoe je dit het beste kunt aanpakken.
In dit voorbeeld staat er in kolom A een lijst met namen en in kolom B een lijst met verschillende woonplaatsen. Om de uitleg overzichtelijk te houden, heb ik gekozen voor een relatief klein bereik met cellen, omdat anders de afbeelding erg groot wordt voor dit blog artikel. In de praktijk kan dit natuurlijk een veel grotere hoeveelheid data bevatten, maar de werkwijze blijft hetzelfde.
Je wilt nu bijvoorbeeld weten per woonplaats hoe vaak deze waarde voorkomt.
Een eerste optie zou kunnen zijn om de functie AANTAL.ALS te gebruiken. Hiermee kun je Excel laten tellen hoe vaak er in een bereik voldaan wordt aan een bepaalde voorwaarde. En de voorwaarde zou dan bijvoorbeeld ‘Amsterdam’ kunnen zijn.
De formule =AANTAL.ALS(B2:B30;"Amsterdam") telt dat de woonplaats Amsterdam 6x voorkomt in het bereik.
Dit werkt in principe goed, maar als je veel verschillende woonplaatsen hebt, moet je telkens handmatig het criterium invoeren. Dat is niet handig, en zeker als je veel verschillende data hebt om te tellen kan het veel werk zijn en bestaat de kans dat je waarden vergeet.
Er zijn gelukkig makkelijke en efficiënte manieren op dit op te lossen.
Unieke lijst genereren
Voor de eeste manier gebruiken we de functie UNIEK. Je hebt hier Excel 2021 of nieuwer voor nodig.
In een lege kolom, in dit voorbeeld kies ik voor kolom D, typ ik in cel D2 de formule =UNIEK(B2:30)
Deze functie geeft vervolgens een lijst met unieke woonplaatsen uit het gekozen bereik.
Vervolgens wordt in de kolom er naast alsnog de AANTAL.ALS functie gebruikt. Waarbij de unieke woonplaats die de functie UNIEK heeft gegeneerd als criterium wordt gebruikt.
Vervolgens sleep je de formule in cel E2 naar beneden tot cel E8 met behulp van de vulgreep.
Dankzij twee eenvoudige formules, weet je nu heel snel hoe vaak een unieke waarde voorkomt in een gekozen bereik.
Er is echter nog een manier om snel aantallen te tellen, zonder gebruik te maken van formules.
Gebruik maken van een draaitabel
Om een draaitabel te maken, moet eerst het bereik geselecteerd worden. Vervolgens ga je in het lint naar het tabblad Invoegen en klik je op Draaitabel > van tabel/bereik.
Daarna kun je kiezen voor een locatie: een nieuw werkblad of een bestaand werkblad.
Dit is een heel eenvoudig voorbeeld, waardoor er maar twee draaitabelvelden zijn om uit te kiezen (Naam en Woonplaats).
Aangezien we willen tellen hoe vaak de woonplaatsen voorkomen, slepen we het draaitabelveld ‘Woonplaats’ eerst naar Rijen. En daarna slepen we dezelfde kolom (Woonplaats) ook naar Waarden.
Dit zorgt ervoor dat je direct ziet hoe vaak welke woonplaats voorkomt.
De ene manier is niet perse beter dan de ander, maar persoonlijk gaat mijn voorkeur bij een grote hoeveelheid data uit naar een draaitabel en bij een kleine hoeveelheid (zoals in dit voorbeeld) voor de functies UNIEK en AANTAL.ALS
Welke manier heeft jouw voorkeur?
