Leeftijd berekenen in Excel

In dit artikel laat ik je zien hoe je eenvoudig iemand zijn leeftijd kan berekenen in Excel aan de hand van een aantal eenvoudige voorbeelden.

Er zijn meerdere manieren om dit te doen.

Manier 1: met de functie DATUMVERSCHIL

De eerste manier is erg eenvoudig en werkt met behulp van twee functies: VANDAAG en DATUMVERSCHIL.

• Typ eerst in cel A1 je eigen geboortedatum. 
• Typ daarna in cel B1 de formule =VANDAAG()
  Hiermee laat je Excel de datum van vandaag in cel B1 tonen.

Vervolgens gaan we in cel B2 de functie DATUMVERSCHIL invoeren. Deze functie berekent het verschil tussen twee datums.

In dit voorbeeld dus het verschil tussen je geboortedatum en de datum van vandaag.

De functie DATUMVERSCHIL kan je niet vinden als je gebruik maakt van het dialoogvenster ‘functie invoegen’. Als je deze formule rechtstreeks in de formulebalk of cel typt werkt deze wel gewoon. 

De functie DATUMVERSCHIL heeft 3 argumenten:

• De begindatum
• De einddatum
• Eenheid

De begindatum en de einddatum spreken voor zich. 

Het argument Eenheid geef je aan met de volgende afkorting:

We gaan nu de formule toepassen aan de hand van de volgende stappen:

1. Typ in cel B2 =DATUMVERSCHIL(
2. Klik op de cel met je geboortedatum (A1)
3. Typ ; (een puntkomma)
4. Klik op de cel met de datum van vandaag (B2) 
5. Typ tussen dubbele aanhalingstekens Y (dit staat voor jaren en we willen immers de leeftijd in jaren weergeven).
6. Druk op Enter om de formule in te voeren.

Je hoeft de formule =VANDAAG() overigens niet per se in een aparte cel te zetten. Je kunt deze ook direct in de formule gebruiken. In plaats van:

=DATUMVERSCHIL(A1;B1;"Y") 

Kun je ook het volgende schrijven:

=DATUMVERSCHIL(A1;VANDAAG();"Y")

Het gebruiken van een functie als argument binnen een andere functie wordt in Excel ‘nesten‘ genoemd. Hierdoor gebruikt Excel automatisch de datum van vandaag, zonder dat je daar een aparte cel voor nodig hebt.

Je zou er zelfs voor kunnen kiezen om ook de geboortedatum niet in een aparte cel te zetten. In dat geval heb je de functie DATUM nodig. Stel dat je geboortedatum 6 juni 1991 is, dan ziet de formule er zo uit:

=DATUMVERSCHIL(DATUM(1991;6;6);VANDAAG();"Y")

Dit werkt exact hetzelfde, maar je hoeft nu geen enkele celverwijzing te gebruiken.

Om het in dit artikel overzichtelijk te houden, gaan we verder met het berekenen van leeftijden uit een lijst met namen en geboortedatums in aparte cellen. Maar mocht je liever direct datums in de formule typen, dan weet je nu ook hoe dat werkt met DATUM en VANDAAG genest binnen DATUMVERSCHIL.

Je hebt bijvoorbeeld een bestand met allemaal namen en hun geboortedatum. 

Vervolgens typ je in cel C3 de formule die je zojuist hebt geleerd:

=DATUMVERSCHIL(B3;B1;"Y")

Maar omdat de datum van vandaag bij iedere formule in cel B1 blijft staan, willen we deze celverwijzing absoluut maken door een $-teken voor de kolomletter en rijgetal te plaatsen. 

=DATUMVERSCHIL(B3;$B$1;"Y")

En tenslotte kopieer je de formule naar beneden:

Indien je bij de vorige stap de celverwijzing niet absoluut had gemaakt, zou cel B1 mee veranderen tijdens het naar beneden kopiëren van de formule waardoor het resultaat niet meer zou kloppen:

Manier 2: met de functies JAAR.DEEL en VANDAAG

In deze methode berekenen we het verschil in jaren tussen de geboortedatum en de huidige datum met de functie JAAR.DEEL. 

De functie JAAR.DEEL geeft het verschil tussen twee datums terug als decimaal getal. Zo kun je dus ook zien hoeveel van het huidige jaar al voorbij is. Dit maakt het flexibeler voor verdere berekeningen. 

De basisformule is als volgt, er vanuit gaande dat in cel B1 de geboortedatum staat:

=JAAR.DEEL(B1;VANDAAG()) 

Het is hierbij belangrijk dat de cel waarin je deze formule plaatst, de getalnotatie “Standaard” of “Getal” heeft. Anders kan Excel het resultaat als een datum weergeven, terwijl we juist een getal willen zien.

Op het moment dat ik deze formule invoer is het 21 juli 2025, waardoor het resultaat 34,13 wordt. Je ziet hiermee dus ook het gedeelte van het jaar dat al verstreken is.

Als je alleen het aantal volledige jaren (dus de leeftijd) wilt tonen, dan kun je deze formule afronden. Daarvoor kun je een afrondingsfunctie naar keuze gebruiken. 

Een veel gebruikte methode is de functie INTEGER. Deze functie haalt alles na de komma weg. De formule wordt dan als volgt:

=INTEGER(JAAR.DEEL(B1;VANDAAG()))

Maar je kunt ook kiezen voor andere functies, afhankelijk van je situatie.

Conclusie

Beide manieren zijn effectief om de leeftijd te berekenen. Manier 1, met de functie DATUMVERSCHIL is gebruiksvriendelijk, zonder te veel technische details.

Aan de andere kant biedt manier 2, met de functies JAAR.DEEL en VANDAAG, meer flexibiliteit en controle over de berekening. Kies dus de methode die het beste past bij je behoeften en niveau van ervaring past.

Wil je meer leren over het werken met formules en functies in Excel? Bekijk dan mijn cursus, waar je handige technieken en tips ontdekt om je vaardigheden verder te ontwikkelen.